Storytelling in de rechtszaal: de zaak De Pauw

Feiten overtuigen nooit even sterk als verhalen. Dat weten communicatie-specialisten, maar ook advocaten. Een schoolvoorbeeld storytelling uit onverwachte hoek.

Eerst dit: als ik het in dit artikel heb over storytelling (ook gekend als framing), bedoel ik niet dat er opzettelijk misleid wordt. Dat feiten verdraaid of kwaadwillig aangepast worden. Goede, ethisch verantwoorde storytelling, die je vindt in goede communicatie en in dit geval: de rechtszaal, draait eerder over hoe je de feiten aan elkaar rijgt, of hoe je die kadert in een breder verhaal.

In dit artikel van VRT NWS kon ik bijna live meekijken hoe dat verhaal tijdens dag één van het proces eerst vorm, dan impact kreeg. Een knap staaltje storytelling in drie stappen.

Stap 1: Bouw het narratief

Feiten hebben een beperkte kracht. Dat weten we omdat hetzelfde feit in verschillende contexten een totaal andere impact kan hebben. Cognitief psycholoog Daniel Kahneman gaf daar een beklijvend voorbeeld van:

Twee groepen mensen kregen de opdracht om individueel de strafmaat voor een fictief misdrijf te bepalen. In groep 1 draaide het misdrijf om een man die was overvallen aan de nachtwinkel waar hij elke avond zijn afterwork-pilsje kwam halen. Voor hij wilde binnengaan werd hij opgehouden door een gemaskerde man en moest hij zijn portefeuille afgeven.

In groep 2 was het verhaal iets anders. Daar wilde de man naar zijn gewoonlijke nachtwinkel, maar die was onverwachts gesloten. Dus ging hij maar naar een andere nachtwinkel wat verderop, waar hij vervolgens op exact dezelfde manier werd overvallen.

Aangezien de feiten van het misdrijf in essentie precies dezelfde zijn (dader overvalt slachtoffer en steelt zijn portefeuille), zou je verwachten dat beide groepen ook een gelijkaardige strafmaat gaven. Toch niet: in versie 2 was de gemiddelde strafmaat hoger – omdat het domme toeval (zijn gewoonlijke winkel was gesloten) het verhaal meer drama gaf. (Thinking, Fast and Slow van Daniël Kahneman, 2011)

De verdediging van de burgerlijke partij had natuurlijk niet even veel creatieve vrijheid. Maar ze wist wel dat ze de feiten moest passen binnen een duidelijk verhaal dat het publiek ondubbelzinnig kon begrijpen. Drie pilaren maakten daar de kern van. Het gedrag van De Pauw was

  • systematisch
  • ongezond
  • ongewenst

Systematisch

Iemand die systematisch te werk gaat, kan geen slachtoffer zijn van z’n eigen gevoelens. Dus wijzen de advocaten op het vaste patroon waarmee De Pauw steeds te werk ging: eerst vleien, dan escaleren – soms verontschuldigen – dan belagen en tenslotte negeren. 

“Zij werden allemaal vrij snel op een ongewone manier gecontacteerd door De Pauw, vaak via berichtjes. Daarbij werd altijd het element van ‘uitverkorenheid’ naar boven geschoven.”

Christine Mussche, advocate van de 13 vrouwen die volgens het parket mogelijk slachtoffer zijn van Bart De Pauw

Op een bepaald moment zeggen de advocaten dat de slachtoffers “totaal verwisselbare elementen leken in een vast scenario.” ‘Elementen’: zelfs geen mens meer. Niet wat je zou denken bij een hopeloze coup de foudre.

Ongezond

Het berekende van het patroon hierboven contrasteert met een tweede aspect uit het narratief: het obsessieve en ongezonde karakter van het gedrag van De Pauw. Dat gaat namelijk in tegen elke mogelijke verwachting die je zou koesteren bij een persoon van zijn positie. 

Ik vind dat allemaal niet zo moeilijk, die vervagende grenzen. Elke weldenkende mens wéét toch waar die grens ligt? Het is de machtsverhouding die het moeilijk maakt.

De verdediging citeert uit een interview met De Pauws goede vriend en tv-maker Tom Lenaerts:

Niet professioneel blijven en afstand nemen, maar honderden berichten sturen. Binnenbreken wanneer hij geen antwoord krijgt. Z’n macht misbruiken om bij z’n slachtoffers in de gunst te komen, of net om ze te intimideren wanneer de zaak dreigt uit te komen.

De verdediging neemt haar tijd om aan te tonen hoe die verwrongen tegenstelling tussen zijn positie en gedrag een giftige cocktail vormden.

Ongewenst

Misschien wel de belangrijkste: de verdediging wil op geen enkel moment de gedachte toelaten dat het gedrag van De Pauw in sommige gevallen gewenst was. Al was het maar voor even. Daarom brengen ze een eenduidige lijn in de reactie van hun slachtoffers, een lijn die iedereen zou kunnen begrijpen.

“Enerzijds wil ze professioneel met hem samenwerken, anderzijds apprecieert ze die buitengewone interesse in haar privésfeer niet.”

Advocate Mussche, die ook optreedt voor actrice Lize Feryn

Alle slachtoffers voelen zich in de eerste plaats gevleid maar houden professioneel afstand. Wanneer het gedrag escaleert, gaan ze te rade bij hun vrienden, psycholoog, of hun lief. Niemand die in een stiekeme affaire verwikkeld is, zou zo openlijk over haar situatie praten. 

Nogmaals: de feiten zijn wat ze zijn, en de gesprekken tussen de slachtoffers en hun vrienden zijn bewezen. Maar de verdediging wist naar alle waarschijnlijkheid heel goed dat ze dit aspect naar voor moest schuiven.

Stap 2: creëer een gevoel

Dame Justitia is blind, maar voelen kan ze nog steeds. De advocaten van de slachtoffers weten dan ook dat ze de impact op het welzijn van hun cliënten zo tastbaar mogelijk moeten maken. 

Belaging – de aantijging – spreekt niet genoeg. ‘Aanvallen’ of ‘lijden’ zijn te abstract. Wanneer ze spreken over het effect van de handelingen van De Pauw, spreken ze consequent en gericht over ‘verstikkend’.

‘Verstikkend’ voel je. Het raakt je in je buik, en doet je naar lucht happen. Het is na ‘verdrinken’ waarschijnlijk een van de woorden die de meest sterke en onmiddellijke reactie uitlokt. 

De woorden uit andere getuigenissen bevestigen dat gevoel: ‘versmachten’, ‘benauwend’, “hij duwt mij in een hoek”. Stuk voor stuk woorden die je bij de keel grijpen en je de ernst van de feiten doen inzien.

Stap 3: herhaal, herhaal, herhaal

Je hebt het narratief opgebouwd en je publiek kan voelen waar het om gaat. De laatste stap is om je narratief te herhalen.

Los van de consistente lijn in het verhaal en het woordgebruik valt op hoe vaak dezelfde woorden en verhaalelementen herhaald worden.

In haar boek, ‘Denk niet aan een roze olifant’ vergelijkt communicatie-strateeg Sarah Gagestein deze herhaling met een olifantenpaadje in je brein. De eerste keer dat je iets vertelt, trekt het verhaal een vaag zichtbaar spoor. Vertel je het een tweede, derde en dan een vierde keer, dan wordt dat paadje breder en breder.

Nieuwe informatie die het verhaal bevestigt, komt gemakkelijker binnen en verankert het verhaal dieper in je brein. Een effect dat zichzelf versterkt, tot je alle andere versies uitsluit.

Strijden met gelijke wapens

Ik geloof in de ethiek van storytelling. Het is de taak van een communicatie-adviseur om een zo overtuigend geheel te vormen met de feiten die ze hebben. En dat is net zo voor een advocaat. Ze moet haar publiek voor zich winnen, en ze weet dat de tegenstander met dezelfde middelen zal strijden.

Als iedereen de kracht van storytelling kan herkennen en inzetten, weet je dat de waarheid het zal halen. Zo ook in de zaak De Pauw – hoe die de meningen ook verdeelt. Vrouwe Justitia is blind, maar niet van gisteren.

Benieuwd hoe de tegenpartij het ervan afbrengt.


Deel uw ontdekking